Ooit hebben we zó lang een deur in het ingangsportaal van de Sint Pieter in Rome bekeken en gefotografeerd dat een veiligheidsagent ons verdacht begon te vinden en poolshoogte kwam nemen.

Het is dan ook een zeer bijzondere bronzen deur waarvoor we op de knieën gingen: ongeveer 6m hoog en 3.5m breed, met panelen vol reliëfs van Christus, Maria en de eerbiedwaardige Petrus en Paulus en reliëfs met gebeurtenissen uit het leven van de opdrachtgever, paus Eugenius IV. Scènes die je inderdaad mag verwachten op een deur van de Sint Pieter. Beeldhouwer Filarete had twaalf jaar nodig vóór de deur in 1445 gereed was. Tot zover is misschien de iconografie van de deur niet zo bijzonder, maar dan komt het ....

Genoemde panelen zijn als het ware omlijst met weelderige acanthusranken die 'bewoond' worden door kleine figuurtjes: hier een sprinkhaan, daar een hagedis of vlinder, een moedervogel die haar jongen in het nest voedt ' (rechts) ....
maar ook een ruiter die wat ongemakkelijk op zijn paard zit - 't lijkt wel een paard zonder benen (rechts).
Goed, dat is nog enigszins te interpreteren: de Romein Marcus Curtius. Er was eens een enorm diepe kloof ontstaan op het Forum Romanum. Zieners verklaarden dat deze gedicht moest worden, als men wilde dat het Romeinse Rijk eeuwig zou blijven voortleven. Dat kon alleen door de grootste kracht van het Romeinse volk daarin te offeren. Marcus Curtius begreep dat het hier om moed en wapens ging en stortte zich in volle wapenrusting met zijn paard in de kloof die daarna sloot.

Marcus Curtius als onderdeel van de Romeinse geschiedenis, dat past nog wel in een tijd dat de paus de Kerk als erfgename en opvolgster van het Romeinse Rijk wilde positioneren.

Onze aandacht werd getrokken door andere kleine figuurtjes. We zien een bekend tafereel: een zwaan met een vrouw (rechts). Dat moet Leda zijn die door Jupiter in de gedaante van een zwaan werd verleid. Wat doet deze toch wel merkwaardige en erotische scène op deze deur?

Verderop een zittende naakte vrouw en een man die in een fontein kijkt (rechts): de egocentrische Narcissus, zwelgend in zijn eigen spiegelbeeld, werd tevergeefs bemind door de nimf Echo. Ze werd radeloos en vluchtte de bossen in, verschraalde en alleen haar stem (echo) bleef bestaan.

In de acanthusrank daaronder een bloemenplukkende Persephone of Proserpina (rechts), die uiteindelijk door de onderwereldgod Pluto geschaakt werd (elders op de deur ook afgebeeld).

Tussen de acanthusranken op de bronzen deur die Filarete maakte, zijn ook drie scènes uit de Minotaurus-mythe te zien. Als eerste zien we een man met een kleine bijl naast een koe staan. Het gaat hier om de meestertimmerman Daedalus die op Kreta in opdracht van koningin Pasifaë een houten koe maakt. Pasifaë is namelijk verliefd geworden op een bloedmooie stier en wil met hem paren; vandaar die houten koe waarin de koningin zich verstopt!

Het resultaat is de Minotaurus, half mens half stier, die leeft van mensenvlees en woont in het door Daedalus gemaakte labyrint. Dat monster wordt gedood door de Atheense koningszoon Theseus (rechts). Daedalus vreest de woede van koning Minos en ontvlucht Kreta (hierboven) met zelfgebouwde vleugels! Weer zo'n prachtige 'heidense' mythe op de deur van de Sint Pieter.

Prachtig verwoordde Ovidius tweeduizend jaar geleden al deze mythen in zijn Metamorphosen, en bijna alle afgebeelde scènes op de bronzen deur van de Sint Pieter komen we tegen in Ovidius' werk. Waarom heeft beeldhouwer Filarete  'heidense' mythen afgebeeld op een deur in het centrum van de christelijke wereld?

Je zou kunnen denken: "Ach, het was de tijd van de vroege Renaissance, de hergeboorte van de klassieke (vooral Romeinse) oudheid, dus daar passen prima dit soort verhalen bij, puur als decoratie". Maar een paus die zoveel geld besteedde aan deze bronzen deur en die zo duidelijk de pauselijke macht over andere vorsten en de positie van Rome wilde benadrukken, zou die paus dit soort mythen toestaan als grappige decoratie? Nee, natuurlijk niet!

Sterker nog, deze kleine rank-bewoners zijn juist een mooi voorbeeld van middeleeuwse interpretatie! In de middeleeuwen kende men ook Ovidius' Metamorphosen, een dichtwerk dat vele mythen beschrijft. Behalve vertalingen en bewerkingen verschenen er ook tractaten die de Metamorphosen in christelijke zin uitlegden. Ze werden razend populair en dit soort handschriften circuleerden ook in het Vaticaan.

De mythen hierboven besproken, werden daarin als volgt uitgelegd: Daedalus' houten koe staat voor de zonde van de wellust, vooral die van vrouwen. Theseus is Christus die het labyrinth (de wereld) is ingegaan om de duivel, het slechte (Minotaurus) te vermorzelen. Daedalus is de architect van het labyrint, dus de scheppergod van de wereld, die vooruitvliegt en de deugden toont die nodig zijn om uit het labyrint (wereld) te ontkomen ......

De bloemplukkende Proserpina symboliseert de menselijke ziel die opgaat in wereldse genoegens. De ontvoering naar de onderwereld is haar straf.

Zo werd elke mythe in christelijke zin 'vertaald':
Narcissus is de ijdelheid die mensen van het goede afleidt en Echo de vleier die bij ijdelheid hoort ... 
Leda en de zwaan staan ook voor zonde. De zwaan is Luxe die vrouwen verleidt en door hen zeer geliefd is ....
Prachtig hoe Ovidius' verrukkelijke vertellingen zó werden geïnterpreteerd en uitgelegd dat ze geheel pasten in de christelijke boodschap.

Ovidius moest eens weten!

© conens & van wiechen drs. A. van Wiechen