aanrader keizer julianus

 

Julianus, de laatste heidense keizer: Nadagen van een wereldrijk
Ammianus Marcellinus; vertaald en toegelicht door D. den Hengst
Amsterdam: Athenaeum, Polak & Van Gennep, 2013
752 p., enkele tekeningen, gebonden
ISBN 978-90-253-7046-6
e-boek ISBN 978-90-253-7047-3

 

De kort regerende - twintig maanden - keizer Julianus (r. nov 361- juni 363) mag zich momenteel verheugen op grote belangstelling. Er zijn in afgelopen jaren enkele biografieën verschenen en nu ook een Nederlandse vertaling van het Julianus-deel uit de Res Gestae van de historicus Ammianus Marcellinus (ca. 330-ca.400). Hij kende Julianus persoonlijk en vergezelde hem op zijn Perzische veldtocht. Zijn geschiedwerk bedoelde hij als voortzetting van Tacitus' geschiedwerk en schreef het in de jaren tachtig van de vierde eeuw in Rome. Hij bewonderde Julianus, maar hij was geen kritiekloze bewonderaar. Behalve dit deel van de Res Gestae en Julianus' eigen talrijke geschriften en brieven hebben retor Libanius, die de keizer erg bewonderde, en de Cappadocische Gregorius van Nazianze ook over Julianus geschreven. Deze laatste - een christelijke denker - ging fel tegen de keizer tekeer, noemde hem een soort monster en gaf hem de bijnaam Apostata (afvallige).

Julianus behoorde tot de keizerlijke familie en werd in 331 of 332 in Constantinopel geboren. Zijn moeder overleed vrij snel na zijn geboorte en zijn vader werd slachtoffer van paleisintriges in 337. Julianus kreeg een christelijke opvoeding, maar zijn opvoeder bracht hem ook de liefde bij voor Homerus' werk. Hij werd in 355 onverwacht caesar op bevel van zijn neef Constanti­us II (337-361). Julianus werd achter zijn boeken - hij studeerde op dat moment filosofie in Athene - weggehaald en moest naar Gallië vertrekken. Later schreef hij: "Ze schoren mijn baard af zoals in een kapsalon, hesen me in een uniform en maakten zo een soldaat van me; een nogal lachwekkende soldaat in hun ogen". Maar tot verbazing van iedereen ontpopte hij zich in Gallië tot een uitstekend militair en leider en hij werd geliefd onder zijn manschappen. Zijn troepen riepen hem in 361 tot keizer uit. Dat zou een burger­oorlog hebben betekend als niet keizer Constantius in herfst 361 plotseling was overleden.

Dat was ook het moment dat Julianus openlijk zijn voorkeur kenbaar maakte voor de oude tradities en goden. Hij was ingewijd in de verschillende mysterie-religies, o.a. die van Mithras, en was een groot vereerder van de Grote Moeder en Asklepios, die hij als een soort van 'nieuwe' Christus-figuur wilde profileren. In december 361 schreef hij de satire De Godenvergadering waarin hij zijn keizerlijke voorgangers bekritiseerde. Hij had waardering voor keizer en filosoof Marcus Aurelius, maar Constantijn de Grote noemde hij hebzuchtig en volstrekt godenloos!

In de winter van 362-363 schreef hij zijn Tegen de Galileërs - zo noemde hij de christenen - maar dit boek heeft de brandsta­pels in midden vijfde eeuw niet overleefd. Omdat de bisschop van Alexandrië rond 440 een reactie op Julianus' boek schreef onder de titel Contra Julianum en de keizer ook letterlijk aanhaalde, kan de inhoud van Julianus' boek enigszins gereconstrueerd worden. Julianus had veel kennis van het christendom
- hij was ermee opgegroeid - en hij kon die religie dan ook hard aanvallen. Hij wilde aantonen dat Jezus een gewone man was, vond het belachelijk dat christenen de mythen van Genesis écht geloofden etc.

Eenmaal keizer nam hij direct maatregelen ter bevordering van de 'oude' godsdien­sten. Hij restaureerde in verval geraakte tempels en ontnam enkele privileges van de christelijke clerus. Maar tevens probeerde Julianus nieuwe elementen toe te voegen aan oude tradities. Zo werden oude hymnen ter ere van de goden weer in ere hersteld, maar moesten bij de tempel ook veel meer charitatieve activiteiten worden ingevoerd. Hij vaardigde ook de volgende wet (zomer 362) uit: "Leraren en professo­ren dienen uit te munten door hun hoogstaande zedelijke levens­wandel en door hun welsprekendheid". Wat Julianus onder die "hoogstaande zedelijke levenswandel" verstond blijkt uit zijn brieven. Immers, wie als christen de oude goden minachtte, kon toch niet ook de werken van Homerus, Herodotus en al die andere grote schrijvers uit het verleden op waarde schatten en de teksten aan hun leerlingen uitleggen. "Wie het ene denkt, maar het andere aan zij leerlingen onderwijst, is in mijn ogen iemand die niet alleen te kort schiet in zijn opvoedende taak, maar ook nog onfatsoenlijk is". Die leraren moesten maar naar de kerken van de Galileeërs gaan en daar Matteüs en Lucas uitleggen. "Ik zeg niet dat de leraren van geloof moeten veranderen. Ik geef hun de keus of niet onderwijzen hetgeen ze toch niet geloven of - als ze wél onderwijzen - dat eerlijk doen en niet de ouden prijzen en tegelijkertijd de religieuze principes van die ouden minachten". Voor kinderen van gegoede huize was dit een akelige wet, want wie moest hen nu onderwijzen? Immers kennis van de ouden was ook in de vierde eeuw nog essentieel voor het maatschappelijk functioneren.

In maart 363 vertrok Julianus uit Antiochië gebied op de Perzen te heroveren. Julianus sneuvelde  tijdens deze veldtocht op 26 juni 363 (vlakbij het huidige Bagdad).

Julianus was een bijzondere keizer. Hoe kort zijn regering ook was, hij heeft enorm veel gedaan. Hij streed en schreef, hij herstelde discipline en de oude goden, hij werd gehaat en geliefd, hij raadpleegde Etruskische voorteken-lezers en sloeg hun advies in de wind, hij was een geleerde en een soldaat, hij wist mensen te bezielen en tweedracht te zaaien, hij was een matig en sober levend mens en mateloos in de offers aan goden ..... wat zou er gebeurd zijn als Julianus langer de tijd had gehad om zijn oude-goden-politiek voort te zetten?

Deze vertaling van Ammianus Marcellinus geeft een prachtig en veelzijdig beeld van de late oudheid tot de nederlaag van de Romeinen tegen de Goten in 378. De tekst is goed leesbaar en de hoofdstukken worden steeds voorafgegaan door een korte inhoud. Persoonlijk vind ik het altijd jammer dat deze Athenaeum-vertalingen (in papieren boekvorm) eindnoten gebruiken en niet de veel handiger voetnoten onderaan de pagina zodat in één oogopslag tekst en uitleg te lezen is zonder geblader. Verder achterin het boek een persoons- en geografisch register, topografische kaartjes en twee tekeningen van militaire aanvalswapens.

Een prachtig boek voor iedereen die gefascineerd is door keizer Julianus, of door de late oudheid, of juist het vroege christendom of de ondergang van het Romeinse rijk!

© conens & van wiechen drs A. van Wiechen