frontinus' aquaducten

 

Aquaducten van Rome, De aquis urbis Romae
geschreven door Frontinus; vertaling Vincent Hunink, ingeleid door Nathalie de Haan
Uitgeverij Parthenon, 2013
117 p., enkele zwart-wit foto's
Libellus reeks, no. 2
ISBN 978-90-79578-443

Romeinen hielden van hun warme en koude baden en van hun openbare en privé fonteinen. Ze stichten nooit een stad op een plek waar niet voldoende bronwater was of waar water via een aquaduct naar toe geleid kon worden. Romeinen hebben waterhuishouding uitgevonden!
Eindelijk is er dan een Nederlandse vertaling (Vincent Hunink) van Frontinus' boek over de aquaducten van Rome. De algemene inleiding over deze aquaducten werd geschreven door Nathalie de Haan.

Frontinus (gestorven rond 103 nC) was een militair en bestuurder die aan het eind van zijn succesvolle loopbaan onder keizer Nerva (r. 96-98) curator aquarum (watercommissaris) werd in Rome. Dat was een belangrijke functie, want hij was in die hoedanigheid verantwoordelijk voor de goede watervoorziening van de hoofdstad. Behalve boeken over militaire zaken schreef hij ook een belangrijk werk over de aquaducten van Rome (De acquis urbis Romae). Schreef hij hiermee een water-handboek - hij schreef zelf dat hij naar volledigheid streefde - of wilde hij duidelijk laten blijken hoe serieus hij zijn taak opvatte of wilde hij de keizer paaien of de elite voorhouden dat alleen de keizer waterprivileges kon schenken? Vragen voor specialistem. In ieder geval heeft hij een werk geschreven dat belangrijk is voor onze kennis van de Romeinse waterhuishouding. Zelf is hij trots op de prestaties van zijn voorgangers: "Wat een massa waterstromen. En wat een veelheid aan onontbeerlijke constructies daarvoor! Zet daar die overbodige piramiden maar eens naast, of die andere nutteloze doch vermaarde werken van de Grieken!" (I.16).

Na een korte inleiding beschrijft Frontinus alle negen aquaducten van Rome, de hoogte ervan, het buizensysteem en de hoeveel water die werd geleverd voor publieke voorzieningen of voor geprivilegieerde waterverbruikers. Ook gaat hij in op regelgeving (senaatsbesluiten) m.b.t. aanleg en onderhoud en op de wettelijke strafbepalingen inzake illegale wateraftap.
Behalve de nogal technische uiteenzetting van het buizensysteem en de maatvoering van de buizen is Frontinus' tekst in Hunink's vertaling prettig te lezen. Persoonlijk vind ik het ook handig dat de voetnoten op de pagina zelf zijn afgedrukt.

Frontinus constateert vergrijpen, zoals illegale wateraftap, en schrijft dat dit soort problemen mede veroorzaakt werden door corrupte leidinggevenden, lakse voormannen of slechte metselaars. Hij geeft dan regels m.b.t. het goede beheer en onderhoud van de aquaducten en vertelt welke maatregelen hij nam om misstanden te voorkomen.  Prachtig hoe Frontinus een waterprobleem constateert en daarna direct de oplossing geeft verwoord in een senaatsbesluit. Bijvoorbeeld (126): "Meestal komen mankementen [aan een aquaduct] echter voort uit eigenmachtig optreden van eigenaars, die op allerlei manieren schade toebrengen aan de kanalen". Die eigenaren bouwen of planten bomen op de vereiste vrije zone rond een aquaduct. "Bomen zijn schadelijker, doordat hun wortels de gewelfde overdekkingen en zijwanden [van een aquaduct] ontwrichten. Verder leggen zij buurtpaden en landweggetjes aan over delen van de aquaducten. En als laatste blokkeren zij de toegang voor onderhoud". Het probleem is gesignaleerd en Frontinus geeft dan direct het senaatsbesluit dat de vrije ruimte rond aquaducten regelt en dat ook vermeldt hoe hoog de boete is per overtreding.
Hij eindigt aldus (130): "Mensen die deze uiterst nuttige wet negeren verdienen de hier afgekondigde straffen, dat ontken ik niet. Maar de misstanden zijn het gevolg van lange tijden van falend beleid en daarom was hier correctie met zachte hand geboden". Kortom, ook een zekere coulance was Frontinus niet vreemd.

Het is fascinerend te lezen op welke hoog niveau de Romeinen dachten over watertoevoer, waterverdeling en waterwetten en hoe illegale praktijken werden onderkend en tegengegaan. Wat Frontinus' reden ook geweest mag zijn om dit werk te schrijven, hij heeft een stuk Romeinse technische praktijk verwoord. Met de archeologische resten van de waterwerken in Rome en elders in het Romeinse rijk geeft zijn werk een goed inzicht in de Romeinse waterhuishouding.

Frontinus' tekst in Hunink's vertaling lezend (inclusief de senaatsbesluiten) zou je willen dat ambtelijke teksten tegenwoordig ook zo duidelijk en helder worden geschreven.

© conens & van wiechen drs A. van Wiechen