geschiedenis christendom in nederland

De Zwijndrechtse Nieuwlichters, de davidjoristen, de Ledeboeriaanse gemeenten verdeeld in Bakkerianen en Van Dijkianen .... ik wist dat christelijk Nederland veelzijdig en altijd al sterk verdeeld was, maar dat het er zóveel waren .... ik las het in het meeslepende boek  

Geschiedenis van het christendom in Nederland
onder de redactie van Willem Bouwman [.... et al.]
Zwolle: Uitgeverij Waanders i.s.m. Museum Catharijneconvent, 2010
312 p., 500 zwart-wit & kleur illustraties, register
ISBN 978-90-400-7726-5

Tien hoofdstukken geschreven door tien specialisten en gelardeerd met foto's (prima onderschriften) en tekstkaders over de geschiedenis en uitingsvormen van het christendom in Nederland. De opbouw van het boek is min of meer chronologisch & thematisch. Uiteraard begint het bij De kerstening (Petty Bange): Willibrord, Bonifatius c.s. Gelardeerd met schoolprenten, foto's van "heidense" gebruiken (widwinterhoornblazen & processies) en tekstkaders over de Bonifatiusbron in Dokkum etc. Zo wordt in elk hoofdstuk het verleden doorgetrokken naar het gisteren of naar het heden.

In De tijd van de kruistochten (Jaap van Moolenbroek) lezen we over de bevlogen gelovigen uit onze contreien die richting Heilig Land trokken, onder hen Katharina Berthout die de winter van 1218-1219 in het kamp voor de Egyptische stad Damietta meemaakte, samen met haar man en schoonvader, de heer van Mechelen.

Het beeldverbod komt aan de orde in Geloof met en zonder beelden (Peter van Dael). Wat betekende een afbeelding? Was het beeld om te vereren, om te onderwijzen of om te emotioneren? Een beeldenstrijd die natuurlijk in zestiende eeuw werd uitgevochten met woorden en mét daden (beeldenstorm). De grote denker Erasmus moest niet veel hebben van al die goedgelovige beeldvereerders en schreef er hilarisch over. Het leidde uiteindelijk tot "saaie" protestante kerken en uitbundig versierde neo-gotische katholieke kerken in de negentiende en begin twintigste eeuw. Totdat in de jaren zestig in katholieke kring opnieuw een interne "beeldenstorm" woedde.

Reformatie, Verlichting en vrijdenkerij (Jan Wim Buisman) begint bij Frankische koning Clovis en eindigt bij o.a. Lou de palingboer. Wat werd in de loop van anderhalf millennium gezien als orthodoxie én wat als ketterij? Martelaar voor de een was dwarsligger of ketter voor de ander. Wat kon nog net door de beugel en wat net niet? Vrome volkspredikers, vrijgevochten Libertijnen, voorvechters voor godsdienstvrijheid, humanisten en zweverige mystici ... over persoonlijkheden als Coornhert (1522-1590) & Baruch de Spinoza (1632-1677). Over de scheiding tussen kerk & staat (1796) en de grenzen van tolerantie.

In Verdraagzaamheid tijdens de Republiek en later (Bart Wallet) gaat over het vermogen om andersgelovigen van elders op te nemen: joden uit Portugal en Polen, Franse hugenoten of Salzburgse lutheranen. Wie vond zich verdraagzaam in de negentiende eeuw: liberalen, protestanten of katholieken? In de twintigste eeuw verloor het begrip tolerantie langzaam maar zeker de religieuze lading en gaat het over hetgeen speelt in de maatschappij: hippies, softdrugs, homohuwelijk.

Elke Nederlander zijn eigen kerk (Jan Zwemer) beschrijft vooral over de versplintering in het protestantse kamp en de komst van nieuwe christelijke groepering zoals de adventisten, Jehova's getuigen, verschillende groepen apostolischen en het Leger des Heils. De kleine luyden (Gerrit Schutte) gaat over het negentiende-eeuwse protestantisme:  deugdzaamheid, afsplitsingen, de stichting van de Vrije Universiteit Amsterdam (1880) en de NRCV (1924) en mannen zoals Abraham Kuyper en Colijn.

Het Rijke Roomse Leven (Lodewijk Winkeler) laat goed zien hoe het hele leven van de katholiek zich in in een katholieke ambiance afspeelde (onderwijs, verenigingen, parochies, arbeiders- en middenstandsbonden). Er was zelfs een katholiek leesplankje (vanaf 1905): "aap roos zeef muur voet neus".

De bijbelgordel (Fred van Lieburg) gaat over de reformatorische "zwartekousenkerk" en de SGP. Over duivelse dilemma's: wel of geen passief of actief vrouwenkiesrecht? geen televisie, maar wel internet?
Het christendom vanaf de jaren zestig (James Kennedy) geeft de veranderingen weer in het religieuze Nederlandse landschap: tegenstellingen in eigen kring (van beatmissen tot de Acht Mei Beweging of van Staphorst tot Harry Kuitert) en nieuwe vormen van "geloof", van ingestraald water tot stille tochten. 

Onze generatie is meestal nog wel opgevoed in één van de Nederlandse "zuilen" en dit boek brengt de lezer dan ook niet alleen terug in het eigen verleden, maar geeft ook een beeld van  de "anderen". Een feest van nostalgische herkenning, verwondering over de grote christelijke verscheidenheid & verbazing over de pietluttige details die tot splitsing konden leiden ... een boek waarin je blijft kijken & lezen; ik heb ervan genoten! 

© A. van Wiechen