aanrader diplomaat & pionier in istanbul
Cornelis Haga, 1578-1654: Diplomaat & pionier in Istanbul
geschreven door Hans van der Sloot & Ingrid van der Vlis
Amsterdam: Uitgeverij Boom, 2012
256 p., kleurenillustraties, leeslint
ISBN 978-94-6105-706-8
Cornelis Haga had een pracht baard.
Er zijn twee portretten van Haga bewaard gebleven (beide rond 1645) en op beide is die indrukwekkende baard te zien. Dat hij ook in andere opzichten een bijzonder man was blijkt uit de opmerkingen van collegae diplomaten in Istanbul. Haga was ijdel, een goed onderhandelaar en een charmeur. Hij gaf ruimhartig beloningen en geschenken, maar liet zich ook goed betalen voor zijn financiële diensten. Een kleurrijk man van wie een mooi uitgegeven biografie (mét leeslint) is verschenen.
Haga werd op 28 januari 1578 in Schiedam geboren in een welvarende familie van kooplieden en reders. De zeventienjarige Cornelis ging rechten studeren in Leiden, aan de universiteit die toen net twintig jaar bestond. Hij heeft in ieder geval zijn studie of in Leiden of aan een andere universiteit met goed resultaat afgesloten, want later stond hij bekend als 'doctor in de rechten'. In 1599 rondde hij zijn studie af met een gebruikelijke 'grand tour', waarover weinig bekend is. Bijna zeker is dat hij toen enige tijd in Istanbul verbleef, omdat dit verblijf de doorslag gaf bij zijn latere benoeming tot gezant in het Ottomaanse rijk.
Haga vestigde zich vanaf 1604 als advocaat van het Hof van Holland in Den Haag. Zijn eerste diplomatieke reis vond plaats in 1610. Hij moest proberen twee Hollandse schepen met bemanning en lading, die door Zweden waren opgebracht, vrij te krijgen. Na afloop van deze reis beschreef hij zijn belevenissen: zijn ontvangst aan het Zweedse hof, de aanvankelijk moeizame, schriftelijke onderhandelingen met de koning, het uiteindelijke resultaat, zijn bezoeken aan het koninklijk paleis, zijn rondreis door Zweden met bezichtigingen en veel feestjes.
Gezien de politieke situatie en de positie van de Hollandse zeehandel leek het de Staten-Generaal een goed idee om de contacten met het Ottomaanse rijk te verbeteren, in de hoop privileges te verkrijgen en de door de Barbarijse piraten gevangen genomen zeelui te kunnen vrijkopen. Men dacht erover om een al dan niet tijdelijke gezant naar Istanbul te sturen. In 1610 kreeg de Staten-Generaal daartoe een uitnodiging van de Ottomaanse Groot-Admiraal Halil Pasja. De keuze viel op Haga. Zijn reisgezelschap bestond uit 12 man: Haga, drie koopmanszonen en enkele bedienden. Hun reis begon op 7 september 1611 (Den Haag). Via Wenen bereikten ze Venetië en vandaar gingen ze per schip verder. Op 14 maart 1612 bereikten ze tenslotte San Stefano, vlak bij Istanbul. Het was een reis met een 'geheime' missie, met veel hindernissen en problemen.
Na zijn aankomst verbleef Haga aanvankelijk ook nog in het 'geheim' buiten Istanbul totdat Halil Pasja hem officieel kon begroeten. Ondanks intriges en lastercampagnes van andere ambassadeurs was Haga's audiëntie bij sultan Ahmed I in het Topkapı-paleis op 1 mei 1612 een feit. Daarna volgden onderhandelingen m.b.t. de capitulatie (opsomming van privileges); op 6 juli 1612 kreeg Haga zijn capitulaties, mooi gecalligrafeerd.
Haga bleef in Istanbul, waar hij probeerde zoveel mogelijk christenslaven vrij te kopen en de naam van de Republiek te vestigen als wereldhandelsnatie. Om die status te realiseren deed hij veel aan uiterlijk vertoon en gaf hier en daar geschenken. Kortom, hij netwerkte. Haga ging voortvarend te werk. Het aantal personeelsleden van de ambassde werd vergroot en ook probeerde Haga consulaten in diverse handelssteden te stichten. Voor al deze activiteiten had hij geld nodig, vandaar dat hij geregeld naar Den Haag schreef over zijn beperkte financiële middelen.
De auteurs vertellen uitvoerig over de intriges in Haga's ambassade en geven een prachtig inkijkje in het uitgavepatroon van Haga in Istanbul. Vooral met de ontevreden dragoman (tolk-vertaler) Paolo Antonio Bon had hij veel te stellen. Hoewel Haga in de zomer van 1619 het verlangen uitte naar zijn vaderland te mogen terugkeren, werd hij dringend verzocht te blijven, gezien de moeilijke en ingewikkelde politieke situatie (controverse Maurits en Oldenbarnevelt, einde Twaalfjarig Bestand en hervatting oorlog met Spanje, Dertigjarige Oorlog). Het is fascinerend te lezen over hoe de ambassadeurs van West-Europa in Istanbul met deze politieke situatie omgingen, over antipaapse lobby en ijverige jezuïeten, over de patriarch van Istanbul (Cyrillus Lucaris) die zijn starre Grieks-orthodoxe religie 'dichter bij het volk' wilde brengen (p. 151), over dreigende oorlog en de opstand der janitsaren. Intussen trouwde Haga in 1622 met de één jaar jongere Aletta Brasser. Een huwelijk 'met de handschoen', want Haga bleef in Istanbul en ontving haar aldaar groots, met veel muziek, een stoet van duizend mensen en een erepoort. Ook hier aan intriges en roddels geen gebrek: "Als welkomstgeschenk voor Aletta had hij twee zestienjarige slavinnetjes, van wie heel Istanbul wist dat zij hun meester niet alleen overdag, maar ook 's nachts van dienst waren" (p.157). Aletta paste zich snel aan aan de luxe staat die Haga voerde.
Haga en zijn vrouw zouden nog lang in Istanbul blijven. Ze maakten de pest mee en opstandige janitsaren hadden het op Haga gemunt. Hij wilde terug naar zijn vaderland, maar moest tot voorjaar 1639 wachten voordat alles geregeld was en hij en Aletta konden vertrekken. Haga was toen ruim 27 jaar in Istanbul - "soo beroemde ende vermaerde stadt" (p.202) - geweest. Op 2 november 1639 had Haga zijn eindverslag klaar voor de vergadering van de Staten-Generaal. Zes jaar later werd hij benoemd tot president van de Hoge Raad van Holland en Zeeland. Haga en zijn vrouw Aletta overleden resp. in augustus 1654 en juli 1655 (epitaaf in de St.Janskerk te Schiedam).
Van der Sloot & Van der Vlis schreven een zeer goed boek, waarin Haga's activiteiten steeds in de historische en economische context worden geplaatst. Niet alleen de inhoud is interessant en goed geschreven, ook het uiterlijk (met leeslint!) is mooi vormgegeven en de kleurenafbeeldingen met zorg gekozen.
Fascinerend hoe in dit boek een zo onbekende 'Nederlander' als Cornelis Haga uit de historische schaduw wordt gehaald en afgestoft. We leren een actieve en ijdele man kennen, een man met een goede diplomatenneus die in politiek, economisch en religieus ingewikkelde tijden als een acrobaat moest zien te laveren tussen zoveel verschillende partijen en zoveel verschillende belangen.
Meer dan interessant, van harte aanbevolen!