bouwen in nederland
Je hebt van die boeken die lees je niet in één keer. Je bladert, kijkt, laat je verrassen, leest een onderschrift of kader, bladert verder, ziet weer iets bekends ..... heel Nederland gaat zo aan je voorbij in dit prachtboek:
Bouwen in Nederland, 600 - 2000
Onder redactie van prof. dr. Koos Bosma [et al.]
hoogleraren architectuurgeschiedenis aan de universiteiten van Groningen, Utrecht, Amsterdam en Leiden
Zwolle: Waanders Uitgeverij, 2007
699 p., gebonden, veel zwart-wit en kleurenfotos, plattegronden en tekeningen, leeslint
ISBN978-90-400-8927-5 ● € 45
Het boek is chronologisch opgebouwd en de nadruk ligt op de veranderende functies en de ontwikkelingen van de verschillende soorten gebouwen. In de vroege middeleeuwen (600-1100) ging het om kerken, kastelen en huizen, daar kwamen in de periode 1100-1500 naast de kloosters de stedelijk profane architectuur bij: raadhuis en handelshal. In zestiende en zeventiende eeuw werd de stad verfraaid met waaggebouwen en stadspoorten. In de achttiende eeuw openden de eerste musea. De negentiende eeuw was de tijd van ziekenhuizen, kantoorgebouwen en industriële complexen. In de twintigste eeuw nam de centrale overheid wat woningbouw betreft steeds meer het initiatief, schaalvergroting van bouwontwerpen (hele stadswijken), vliegvelden ....
Aan het begin van elk hoofdstuk wordt steeds helder beschreven wat de behoeften en wensen waren van de opdrachtgevers, hoe werkte het "bouwbedrijf" en wat waren de bouwkundige ideeën in die betreffende periode. De auteurs hebben geen encyclopedie van de Nederlandse bouwkunst willen schrijven, maar hebben wel steeds treffende voorbeelden voor een bepaald gebouwtype in een bepaalde periode iets uitvoeriger beschreven. In een kader met foto's en plattegronden zijn die voorbeelden dan ook nog eens apart van de tekst makkelijk leesbaar. Wat mij ook erg aansprak in het boek is dat naast de kleurenfoto's die speciaal voor deze uitgave zijn gemaakt, ook veel oude zwart-wit foto's zijn gebruikt; weinig of geen auto's op de voorgrond en gebouwen in een soort nostalgische rust.
Het is een blijvend "salontafel-boekwerk" niet alleen omdat het mooi is vormgegeven, maar vooral ook omdat je erin blijft kijken, lezen, bladeren .... voor iedereen geïnteresseerd in de cultuurgeschiedenis van ons land, een lekkere dikke aanrader!