nineveh

 

Nineveh, hoofdstad van een wereldrijk
red. Lucas Petit en Daniele Morandi Bonacossi
Leiden: Sidestone Press, 2017
152 p., gelardeerd met kleuren- & zwart-wit-ill. en kaartjes
ISBN 978-90-8890-546-9
Ook beschikbaar als e-boek (PDF) ISBN 978-90-8890-547-6

Uitgegeven ter gelegenheid van de tentoonstelling Nineveh, hoofdstad van een wereldrijk (okt 2017 - mrt 2018) in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
De artikelen in dit boek zijn een selectie uit de wetenschappelijke, Engelstalige publicatie Nineveh, The great city, die tegelijk uitgegeven is.

 

De negentien hoofdstukken geschreven door een keur aan toonaangevende specialisten zijn verdeeld in vier hoofdthemata. In Een verdwenen legende (p.18-45) wordt beschreven wat de joodse traditie & bijbel vertellen over Nineveh en de Assyrische overheersing van Israël & Juda die eindigde toen het Assyrische rijk in 612 vC werd verslagen. Sefanja verkneukelde zich over de ondergang van Nineveh: "uilen en stekelvarkens zullen zich nestelen tussen de zuilen" (p.25). God zond Jona(s) naar het zondige Nineveh om de inwoners te waarschuwen voor het einde als zij niet tot inkeer kwamen. Pas na een storm en een verblijf in een 'walvis' gehoorzaamde Jona(s) daadwerkelijk. Na zijn gepreek kwamen de Ninevieten tot inkeer en God strafte hen niet, zeer tegen de zin van Jona(s). Maar na 40 dagen keerde het oude (zondige) leefpatroon in Nineveh terug en stad werd door de aarde verzwolgen als straf.
In de klassieke literatuur (o.a. Diodorus Siculus, 1e eeuw vC) was er bewondering voor het enorme en rijke, maar slecht bestuurde Nineveh, al wisten ze feitelijk weinig van die stad. Ninus zou Nineveh hebben gesticht en de laatste koning was de decadente & moedige Sardanapalus, die uiteindelijk met zijn harem en eunuchen liever zelfmoord pleegde dan zich over te geven. Deze verhalen inspireerden de Europese kunstenaars vanaf de middeleeuwen. Delacroix's De dood van Sardanapalus (1827) is een van de bekendste, heftigste en kleurrijkste voorbeelden.
De (zwakke) echo van Nineveh in de bijbelse en klassieke verhalen bleef bestaan. Vanaf de 12e eeuw identificeerden reizigers af en toe de ruïnes bij Mosul als die van Nineveh. Eind 18e eeuw leek dat zeer waarschijnlijk en de Britse reiziger en antiquair Claudius James Rich wist het in 1820 zeker. Hij traceerde de stadsmuren en kocht het beroemde Bellino-prisma waarop in spijkerschrift verslagen stonden van de veldtochten van Sennacherib (r. ca.705-681 vC). Publicatie van de teksten op dit object in 1850 betekende een grote stap in de ontcijfering van het spijkerschrift.

In Avontuurlijk onderzoek (p.46-75) komen de wetenschappelijk gecontroleerde opgravingen van Nineveh aan bod vanaf 1842 toen Paul-Émile Botta aldaar zijn spade in de grond stak. In 1849 volgden de belangrijke opgravingen van Britse archeologen (o.a. Layard, Wallis Budge, Mallowan, de echtgenoot van Agatha Christie die in haar autobiografie enkele leuke pagina's aan deze opgravingen wijdde). In de 19e en vroege 20e eeuw was het archeologische onderzoek ook verweven met politieke problemen en internationale geschillen (hfd. 8). Na de tweede wereldoorlog namen Iraakse archeologen het onderzoek over en wisten de vindplaats te behoeden door de oprukkende nieuwbouw van Mosul.

In De grootste stad ter wereld (p.76-123) worden verschillende aspecten (koningen, handel, waterwerken, paleizen, tuinen, kleitabletten-bibliotheek, religie & tempels) van het Nieuw-Assyrische rijk (vanaf ca. 910 vC t.t.v. koning Adadnirari II) belicht. In de bloeiperiode (7e eeuw vC) strekte dat rijk zich uit van Egypte tot West-Iran en ZO-Turkije. De koningen beheersten dit gebied door overal Assyrische gouverneurs aan te stellen, goede infrastructuur aan te leggen, water- en voedselvoorzieningen op peil te houden, opstanden hard te onderdrukken en massale deportaties. De ligging van Nineveh, in een vruchtbaar gebied met voldoende neerslag  (irrigatiekanalen zorgden ook in droge jaren voor voldoende bewatering van het land) en aan de oostoever van de Tigris, maakte de stad uitstekend geschikt voor handel. Nineveh werd daarmee ook een centrum van culturele uitwisseling. Uiteindelijk belegerden in 612 vC Babyloniërs en Meden Nineveh drie maanden lang, slaagden erin een bres in de verdediging te slaan en verwoestten de stad.

In Recente geschiedenis (p.124-138) gaan de auteurs in op de huiveringwekkende vernielzucht van IS vanaf juni 2014 (tot zomer 2017). Behalve de ruïnes van Nineveh werden archeologische vindplaatsen in de omgeving van Mosul geplunderd en vernietigd (en veel musea, bibliotheken en openbare archieven, tempels, kerken, kloosters en moskeeën). Ook (illegale) nieuwbouw van huizen, de aanleg van wegen en 'roof-opgravingen' hebben veel vernietigd.

Op de laatste pagina's: een lijst met de auteurs, aanbevolen literatuur en een verklarende woordenlijst en register.

Nineveh is een prachtig boek, alle facetten van de wereldstad Nineveh toen en nu komen aan bod. Het is mooi vormgegeven met duidelijke kaartjes en de tekst is goed gestructureerd en helder geschreven.

Een TOP aanrader wat mij betreft!

 

(.... en een prachtezel/muildier op p.63, reliëf Nineveh in het Ashmolean Museum, Oxford!).

© conens & van wiechen drs A. van Wiechen