iran oudheid

 

Iran: Bakermat van de beschaving
Red.: V.T. van Vilsteren en J. Nokandeh
Zwolle: WBOOKS, 2018
208 p., veel kleurenill.- ISBN978-94-462582675

 

Dit boek is samengesteld naar aanleiding van de Iran-tentoonstelling in Assen (2018), maar ook zonder die tentoonstelling is het boek belangrijk. Het geeft een idee van het rijke, culturele verleden van en de schitterende archeologische vondsten opgegraven in Iran.

In 17 hoofdstukken geven – vooral Iraanse – specialisten de nieuwste inzichten m.b.t. de verschillende culturen vanaf de prehistorie. Elk hoofdstuk heeft een voor dat hoofdstuk aangepast handig kaartje.

Allereerst wordt kort stil gestaan bij het zeer gevarieerde landschap, het klimaat en de geologische gesteldheid van Iran – waarbij ook aandacht voor het ondergrondse aquaductachtige watersysteem (qanat). Daarnageeft het boek een min ofmeer chronologisch overzicht van mens & cultuur van de prehistorische voedselzoekers/verzamelaars en jagers (o.a. op wilde geiten en wilde ezels!) tot de middeleeuwse pottenbakkers.

In het Nabije Oosten is de 'neolithische revolutie' begonnen, d.w.z. de mens veranderde van voedselverzamelaar in een voedselproducent. Men ging waar water voorhanden was in nederzettingen bij elkaar wonen in onderkomens meestal gebouwd van tichels (in de zon gedroogde leemblokken). Vanaf ca. 7000vC maakte de mens aardewerk vaatwerk dat de houten en stenen potten en schalen langzaam maar zeker ging vervangen. Dieren werden gedomesticeerd. De mens leerde metalen te gebruiken (Chalcolithicum, ca. 5600-3400vC), intensiveerde de agrarische productie, had voorkeur voor een langharig schaapsoort (textiel!), verbeterde het aardewerk en ging tot ruilhandel met andere groepen over. Al deze ontwikkelingen leidden tot een differentiatie van beroepen en andere verhoudingen binnen de groep (meer charisma van & macht voor enkelen).

Aan het eind van deze periode ontwikkelden zich grotere nederzettingen: steden. De Bronstijd (ca. 3000-1200 vC) was een bloeiperiode met handel en allerlei vormen van ambachtelijke productie. Het grootste machtsblok was Elam, een van de culturen in het Nabije Oosten die – samen met hun goden – het langst hebben standgehouden (ca. 3000vC-200 nC). Hun gebied viel samen met (ongeveer) de grenzen van het huidige Iran. Over het begin van deze rijke samenleving is nog weinig bekend.

In het Jiroftbekken (ZO-Iran) kwamen bij een illegale 'opgraving' (2001) duizenden grafgiften te voorschijn. Het ging hoofdzakelijk om vaatwerk en speelborden van metaal en vooral van chloriet (zeepsteen) met kunstig gesneden figuratieve voorstellen en vaak ingelegd met halfedelstenen (3e millennium vC). Officiële opgravingen hebben uit die periode nu ook een grote citadel (Konar Sandal) blootgelegd die zeker tussen 2880-2140 vC bewoond moet zijn geweest (C14-dateringen), maar veel is nog niet duidelijk. Gaat het hier om de regio die in Akkadische teksten Parahašum en in Sumerische teksten Marhaši wordt genoemd? Was deze Jiroftcultuur een intermediair tussen Elam en Mesopotamië in het westen en Meluhha in het oosten?

Een ander 'mysterie' zijn nog altijd de zg. Luristan-bronzen – bijlen, knotsen, dolken, paardentuig, spelden, beslag, zwaarden ed. – die uitbundig versierd waarschijnlijk dienden om de status van de eigenaar te onderstrepen of bedoeld waren voor ceremonieel gebruik (vanaf eind 3e millennium vC). Waar werden deze voorwerpen precies gemaakt en door wie werden ze waarom en waar gebruikt? We weten nog erg weinig van de culturele achtergrond van deze Luristan-bronzen. Vooral omdat ze vanaf midden 19e eeuw – en vooral in de jaren 20 van de 20e eeuw – door musea zijn aangekocht via de 'kunstmarkt' en illegale plunderingen.

In de IJzertijd (ca. 1450-550vC) is er sprake van verschillende (konink)rijkjes, zoals die van de Manneërs, Meden en Urarteërs, maar de onderlinge verhoudingen zijn lang niet altijd even duidelijk. Het Zoroastrisme werd staatsreligie en zou dat eeuwen blijven tot de verovering van het Iraans gebied door moslims.

Vanuit Centraal-Azië migreerden grote groepen naar Iran en aanvankelijk hielpen deze Perzen de Elamieten in hun strijd tegen Assyrië, maar uiteindelijk wisten zij steeds meer gebied te veroveren. Het Achaemenidische (of Perzische) rijk (550-330 vC) met koningen als Cyrus de Grote, Darius en Xerxes kende een bloeiperiode met veel praktische vernieuwingen, zoals de gouden Daric (standaardmunt), de koninklijke post, standaardgewichten etc. Persepolis werd groots uitgebreid. Na de komst en de vroege dood van Alexander de Grote die de koninklijke stad veroverde en in brand stak (waarom?), werd het Iraans gebied onderdeel van de twisten tussen de opvolgers van Alexander. De Seleuciden (311-63 vC) namen in Iran het heft in handen tot een van de leiders van een lokale stam meer en meer gebied wist te veroveren. De dynastie van de Parthen (247 vC-224 nC) was een feit totdat de Koning der Koningen Artabanus door de Sassaniden (224-651 nC) werd verslagen. Grootse architectuur met iwanen, sierlijke vergulde zilveren schalen en wapperende koninklijke sjaaltjes kenmerken deze Sassanidische periode.

De vroeg-islamitische periode wordt heel kort en uiterst summier in het laatste hoofdstuk behandeld. Het boek eindigt met een lijst van medewerkers, auteurs en illustratieverantwoording. Er is geen bibliografie toegevoegd, maar dat is begrijpelijk omdat weinig literatuur gemakkelijk toegankelijk is.

Het is een mooi vormgegeven boek met goede foto's van objecten. Omdat elk hoofdstuk door een of meer specialisten geschreven is, zijn er enige overlappingen, maar dat is amper te vermijden. Schoonheidsfoutjes  – zoals plaatsnamen of andere woorden (zoals eyvan p.169 en ayvan p.181) in verschillende schrijfwijzen – zijn dat wel, maar die vergeet ik bij het grote belang van dit boek.

Als u meer wilt weten over de vroege geschiedenis van Iran dan is dit zeker een aanrader.

 

Voor de verdere geschiedenis van Iran, lees Axworth!

 © conens & van wiechen drs A. van Wiechen