De griffioen bestaat al ruim 5000 jaar tussen de menselijke oren. Hij werd geboren waar zoveel fabeldieren het licht zagen, nl. het oude Egypte en Mesopotamië. De combinatie van de twee sterkste dieren op land en in de lucht - leeuw en adelaar - maakte de griffioen tot een symbool van goddelijke of vorstelijke macht, tot een goed beschermer van schatten, maar ook tot een dodelijke tegenstander van mens en dier. De essentiële elementen van leeuw en adelaar zijn in alle griffioen-afbeeldingen aanwezig, maar details varieren: met of zonder vleugels, gekuifde kop of krullende manen - rood zoals in de troonzaal van het paleis in Knossos - en opstaande oortjes (hieronder).

Alleen enkele goden - onder hen Dionysus en Nemesis - en soms krachtige vorsten waren in staat deze "scherpgebekte honden van Zeus" te temmen en letterlijk voor hun karretje te spannen. Met name werden griffioenen geassocieerd met zonnegoden, zoals Apollo en Malakbel, die in Palmyra (rechts) werd geëerd. Menig tempel van Apollo werd versierd met griffioenen; dat is nog goed te zien in het Apollo-orakel van Didyma. In die context is het ook 'logisch' dat de griffioen af-en-toe de lier bespeelt (rechts); immers de lier was bij uitstek Apollo's muziekinstrument! 

Volgens al door Herodotus opgetekende verhalen bewaakten de gevaarlijke griffioenen goud en edelstenen "in het noorden" of in India en zorgden ervoor dat niemand deze schatten kon stelen.

Een Romeins schrijver veronderstelde dat dát juist de reden was van hun bestaan, nl. het straffen van hebberige mensen die hun begerige oog hadden laten vallen op die schatten! Hoe dan ook, griffioenen werden in de oudheid vaak afgebeeld als begeleiders van goden, als talisman om het kwaad af te weren of puur decoratief als bijvoorbeeld stoelpoot. Soms gebruikte de kunstenaar daarbij zijn fantasie en bedacht griffioenen met vissestaart (hierboven uit Baalbek) ...... veel was mogelijk! 

De griffioen of grijpvogel bleef populair in de middeleeuwen; menig kloostergang, kerkportaal of kerkinterieur werd ermee versierd. Immers in de toen gebruikte bijbel kwam de griffioen voor, dus bestond de griffioen en was een schepsel Gods. Dat de middeleeuwer het dier nooit had gezien, was niet belangrijk. Men las oude teksten en nieuwe verhalen deden de ronde: de griffioen wás een middeleeuwse werkelijkheid al had de kunstenaar wel enige vrijheid in het uitbeelden van de griffioen die soms met andere wezens werd 'versmolten'.

De griffioen of grijpvogel werd soms heel positief (Christus), soms juist heel negatief (duivel, het slechte) beoordeeld. Hij werd gezien als bewaker van een kerk (zoals hierboven de Duomo in Verona), als symbool voor de straf van hebzuchtigen, als triomfator over de (zondige) mens of als onderdeel van de schepping tussen andere dieren. Natuurlijk kon de griffioen ook - zonder bijbedoelingen - figureren als een puur decoratief elementje.

Ook in de islamitische wereld werd vanaf begin achtste eeuw de griffioen vaak decoratief afgebeeld. Op een laat dertiende-eeuwse koperen kom ingelegd met zilver loopt de griffioen in een optocht van allerlei dieren tegen een decor van arabesken.

Al vanaf de oudheid waren er schrijvers die twijfelden aan het bestaan van de griffioen. Romeinse schrijvers als Plinius en Arrianus verwezen de griffioen-verhalen naar het rijk der fabelen en de dertiende-eeuwse geleerde theoloog Albertus Magnus had ook zijn bedenkingen. Toen meer en meer van de wereld werd ontdekt, bleef de griffioen onvindbaar en ging uiteindelijk behoren tot de fabeldieren.

Dat maakte hem overigens niet minder populair als decoratief figuurtje. Zeker in tijden dat de klassieke oudheid als inspiratiebron werd gebruikt, sierden griffioenen daklijsten (rechts) en muurschilderingen in paleizen! Zelfs in onze tijd komen we de griffioen tegen (onder) en niet alleen in de boeken en films van Harry Potter!