aanrader: cultuurgeschiedenis van de middeleeuwen

 

Cultuurgeschiedenis van de middeleeuwen
Beeldvorming en perspectieven
redactie: Rob Meens & Carine van Rhijn
Zwolle; WBOOKS, 2015
320 p., gebonden, veel kleurenillustraties
ISBN 978-94-625-8047-3 • € 39,95

 

"Achteraf is het echter altijd makkelijk praten en eenvoudig om kantelmomenten aan te wijzen. Daarmee is niets mis, zolang maar onderkend wordt dat ook de nieuwe stippen die zij op de horizon plaatsen, na een tijdje weer aan vervanging toe zijn" (p.301). Dit is de laatste zin in en tevens leidraad van dit prachtige boek. Door school, boeken of films – wat is leuker dan Roger Moore als Ivanhoe (1957-1958) te zien? (p.170 en achteromslag) – hebben de meeste mensen 'een beeld' van de middeleeuwen, van middeleeuwse helden en gewoonten, zoals "kluiven in een keldergewelf" (p.267). Maar is dat een juist beeld? Geeft de cultuur- of kunsthistoricus van vroeger en nu een juist beeld van de middeleeuwen?

In vijftien hoofdstukken worden even zoveel facetten van de tijd tussen oudheid en moderne tijd onder de loep genomen. Hoe keken wetenschappers er vroeger tegen aan, hoe komen we aan die beeldvorming en wat zijn vandaag de dag de ideeën? Elk hoofdstuk eindigt met een korte lijst van literatuur ("om verder te lezen") en een - m.i. overbodige en schoolse (misschien vanwege de samenwerking met de Open Universiteit?) - lijst van de belangrijkste begrippen, gebeurtenissen en personen uit dat hoofdstuk. Achter in een langere lijst van geraadpleegde literatuur, overzichtskaart, register van geografische namen en van personen en Over de auteurs (allen hoogleraar of docent aan de universiteiten van Amsterdam, Utrecht, Nijmegen en Groningen).

Na de inleiding van de redactie "Middeleeuwse toestanden" trapt Peter Raedts af met de vraag: Wat is middeleeuws? (p.13-30). Wanneer beginnen de middeleeuwen en wanneer houden ze op? Iedere tijd heeft zo zijn eigen interpretatie van de periodisering van het verleden en de auteur ziet zelf  "de periode van 1000 tot 1800" als middeleeuwen, "de tijd waarin veel is ontstaan dat voor onze tijd nog steeds waardevol is, maar ook een tijd die nu voorgoed voorbij is" (p.27). In de praktijk (wetenschap & onderwijs) houdt men nog vast aan de traditionele opvatting: middeleeuwen vanaf ongeveer 500 tot ongeveer 1500.
In hoofdstuk 2 Een tijd van barbarij (p.31-49) vraagt Rob Meens zich terecht af wanneer het Romeinse rijk ten onder is gegaan. Was dat één barbaarse klap of ging het veel geleidelijker? We weten nu dat de verschillende groepen (koninkrijkjes) van de 'Barbaren' niet zo barbaars waren en dat de Vandalen ook minder optraden als vandalen dan men vroeger aannam. Uiteindelijk maakten de expansiepolitiek van de Byzantijnse keizer Justinianus en de islamitische veroveringen een eind aan de meeste van deze koninkrijken.

In hfd. 3 Het ontstaan van naties (Mayke de Jong, p.50-69) laat prachtig zien hoe de christelijke religie en de vroegmiddeleeuwse politiek met elkaar verweven waren en hoe negentiende-en twintigste-eeuws onderzoek verbonden was met nationalisme. Maar hoe christelijk was Europa in de middeleeuwen en was er één geloof, vraagt Rob Meens zich af in hfd. 4 Een christelijke tijd? (p.70-91). In hoeverre beïnvloedde het christendom het leven en de gedragingen van de middeleeuwse mens? In het verlengde hiervan behandelt Janneke Raaijmakers in hfd. 5 Een tijd van bijgeloof en superstitie? het ontstaan en het belang van de middeleeuwse reliekverering.

Rob Meens geeft in hfd. 6 De feodale middeleeuwen (p.110-125) een duidelijke uitleg van het begrip feodaliteit en vertelt hoe historici erover geschreven hebben en het nu interpreteren. Tegenwoordig wordt het wel gezien als een misleidend en - volgens sommigen - zelfs onbruikbaar begrip.

In de volgende hoofdstukken worden 'middeleeuwse' facetten onder de loep genomen, zoals: de middeleeuwen als een tijd van stilstand? (hfd. 7 Arie van Steensel, p.126-147), van ongeletterdheid?  (hfd. 8 Marco Mostert, p.148-169), van vervolgingen en inquisitie (hfd. 11, Bram van den Hoven van Genderen, p.206-225), van stank, ziekten en narigheid (hfd. 13, dezelfde auteur, p.248-265), van vretende, zuipende en 'onbeschaafde' boeren (hfd. 14, Rob Meens, p. 266-283)?

Mario Damen behandelt in hfd. 9 (p.170-187) ridders, toernooien en het ontstaan van de heraldiek en Frank Brandsma in hfd. 10 Een hoofse tijd (p.188-205) heeft het over de hoofse liefde en het luisteren met het hart. Hfd. 12 (Lex Bosman p.226-247) gaat in op de gotiek, de benaming, de kerkenbouw en de rol die abt Suger wel of niet gespeeld zou hebben in het ontstaan of de verpreiding van deze 'gotische' bouwstijl.

In het laatste hoofdstuk De gouden tijd van de renaissance (Catrien Santing, p.284-304) komt de lezer via de Bourgondische landen en Huizinga's werk, de inname van Constantinopel door sultan Mehmet II en de Griekse mode in Europa die daar een gevolg van was, bij de moderne mens te Urbino – Federico da Montefeltro – en bij 1492 ......

Oude aannames van historici worden n.a.v. nieuw onderzoek in een ander licht geplaatst en duidelijk wordt dat ook wetenschappers zich laten leiden door tijdgeest, eigen geloof, agenda of vooroordelen. Welke bronnen gebruikt(e) men en – vooral – hoe moeten die bronnen geïnterpreteerd worden? Zo richtten Huizinga en Norbert Elias (Het civilisatieproces) zich vooral op de (stads)elite die een karikatuur maakte van de boeren en Meens meent dan ook: "de ongeciviliseerde middeleeuwer is dus te beschouwen als een constructie, een bedenksel van een burgerlijke elite die daar een duidelijke bedoeling mee had en niet zozeer probeerde 'de werkelijkheid' weer te geven" (p.281).

Dit boek geeft inzichten over de middeleeuwen, maar ook over de historici die zich al eeuwen met die middeleeuwen bezig hielden (en houden). Het verleden laat geen strijd zien tussen goed & slecht, tussen wit & zwart .... het verleden heeft oneindig veel grijsnuances, die ook nog eens op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden. En er komen steeds meer 'nuances' (nieuwe vondsten) bij. Dát maakt dat verleden zo'n onuitputtelijke bron.

De tekst is duidelijk en helder, de kaarten zijn duidelijk en de afbeeldingen goed gekozen van mooie middeleeuwse voorbeelden tot negentiende-eeuws heerlijk romantische schilderijen en filmshots uit onze tijd.

Dit is slechts een korte schets van de inhoud van het boek dat ik in één ruk heb uitgelezen. Als u beetje geïnteresseerd bent in geschiedenis in het algemeen en in de middeleeuwse cultuur in het bijzonder, is dit boek een aanrader.