boek: cato's de agricultura

 

Goed boeren (De Agricultura)  / Cato
Vertaald en toegelicht door Vincent Hunink
2e (herziene) druk, 2018 (1e dr. 1996)
Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2018
159p. - 978-90-253-0924-4

 

De oude Marcus Porcius Cato, die na elke redevoering nadrukkelijk van mening was dat Carthago verwoest moest worden, was een man van de oude stempel die de Romeinse veroveringsoorlogen van dichtbij meemaakte. Van al de niet-Romeinse (lees: Griekse) nieuwigheden moest hij weinig hebben. Hij zou er niet over piekeren om samen met zijn zoons en schoonzoons te gaan baden. Al die Griekse naaktheid, nee, dat was niets voor hem. Om van andere Griekse liederlijke gewoonten maar niet te spreken. Naast boeken over oorlogsvoering en geschiedenis schreef hij dan ook een gedicht over de goede zeden. Van zijn veelzijdig oeuvre is slechts één volledig boek bewaard gebleven. Aan het eind van zijn leven – hij stierf in 149 vC – schreef hij De Agricultura, een verhandeling over het boeren. Het was de tijd waarin kleine keuterboertjes door import van goedkoop graan werden weggeconcurreerd. De vrijgekomen landbouwgronden werden opgekocht door rijke Romeinen die grote olijfboom- en wijngaarden aanlegden. De vele krijgsgevangenen – slaven – waren goedkope arbeidskrachten. Cato gaf in zijn De Agricultura aan waar je naar moest kijken als je een boerderij ging kopen of bouwen, wie je als beheerder moest aanstellen – inclusief de taken van diens vrouw –  en wat je zoal nodig had. Voor een olijfboomgaard waren zeker vier ezels en één ezeldrijver nodig en voor een wijngaard raadde Cato drie ezels en één ezeldrijver aan. De ezels trokken karren of waren nodig voor de molens. Pakzadels, dekkleden en korven waren hun uitrusting, zo schreef hij.

Cato schreef over de kracht van witte kool, gaf raad bij het opstellen van een koopcontract voor druiven aan de stok, gaf het recept van een kaaspudding en van bollen, vertelde hoeveel eten het personeel kreeg en welke offers aan welke goden wanneer moesten plaatsvinden, beschreef hoe een dorsvloer te maken en een jonge houtduif te vetmesten ....  

Voor deze uitgave (2e druk) heeft Hunink de tekst geheel herzien en een indeling met tussenkopjes en nummering doorgevoerd wat de tekst veel overzichtelijker maakt dan in de eerste druk.

Het is een heel toegankelijk en letterlijk aards boekje. De ondertitel: "inzaaien niet overdenken maar doen" is juist gekozen. Cato had in dit tractaat beide benen in de aarde! Ik heb ervan genoten en kreeg inspiratie o.a. om Cato's bollen (recept p.80) te maken. Ze waren heerlijk!

Fijn dat Cato's Goed Boeren in een mooie vertaling van Hunink weer verkrijgbaar is en in een handzaam formaat! Voor iedereen die de Romeinen, zijn tuin en de 'aarde' een warm hart toedraagt! 

TOPaanrader!

© conens & van wiechen drs A. van Wiechen