aanrader karel de grote

 

Karel de Grote
Een keizer op de grens tussen twee werelden
geschreven door Raoul Bauer
Zwolle, WBOOKS, 2013
272 p., kleurenillustraties, gebonden
ISBN 978-90-663-0707-0

 

Prof. Raoul Bauer is emeritus hoogleraar cultuurgeschiedenis aan de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst in Brussel-Gent en onderzoeker aan de KULeuven. Hij schrijft dat hij de figuur en de periode van Karel de Grote (r 768-814) – verder KdG – tracht te begrijpen vanuit het cultuurhistorische standpunt (p.26). "Concreet betekent dat dat naast de maatschappelijk-politieke geschiedenis, waarin het ontstaan van het keizerrijk aan bod komt, er ook heel wat ruimte is voor de kunst en het filosofische en religieuze denken", aldus de auteur.

Hfd. 1 Van keizer tot koning (p.29-57) vertelt de voorgeschiedenis van KdG. Het begint met de val van het West-Romeinse rijk en de 'barbaarse' invallen & stamverplaatsingen van de vijfde eeuw. Daarna een korte kennismaking met Clovis (r 482-511), die zijn macht in N-Gallië wist te consolideren en Parijs zijn vaste residentieplaats maakte (p.34). Hij bevocht de Visigoten in het zuiden en manipuleerde de machtige Rijnlandse Franken. In 496 of 506 bekeerde hij zich tot het christelijke geloof van zijn vrouw, het cement van zijn 'verenigd' Gallië. Na zijn dood werd zijn rijk verdeeld onder zijn vier zoons. Deze en opeenvolgende verdelingen leidde natuurlijk tot narigheid, strijd, jaloezie & moord tussen deze Merovingische vorsten. Langzaam maar zeker werd in deze onstabiele situatie de hofmeier (major domus, 'regelaar', manager, rechterhand, kanselier of PA van de Merovingische koningen) steeds belangrijker.
Arnulf, later in 614 bisschop van Metz, kwam uit een adellijke Frankische familie en hij had samen met zijn zoon Pepijn van Herstal (ca. 637-714) een leidende rol in de aristocratie van Austrasia. "Niets restte de laatste Merovingische koning anders dan ongeschoren op de troon te zitten, tevreden met slechts de naam van koning en het spelletje van koninkje spelen....", aldus Einhard, de latere biograaf van KdG. Uiteindelijk kon Pepijn's natuurlijke zoon Karel (ca. 676-741), bijgenaamd Martel (= hamer), de macht grijpen. Hij versloeg de 'Saracenen' – de middeleeuwse benaming van moslims – bij Poitiers. Na de dood van Karel Martel werd zijn rijk verdeeld onder zijn twee zoons, maar zoon Karloman trad in 745 al in het klooster en liet zijn erfdeel over aan zijn broer Pepijn III, bijgenaamd de Korte, die in 751 de koningstitel aannam. De paus in Rome riep met succes Pepijn's hulp in tegen de Longobarden en hij zalfde Pepijn, zijn vrouw Bertrada en zijn twee zoons – KdG en Karloman – in de St.Denis, daarmee Pepijn's koningschap sanctionerend.

Hfd. 2 Van koning tot keizer (p.59-106) beschrijft het moeilijke en onduidelijke (p.64) begin van het Frankische koningschap van KdG en zijn rivaliteit met zijn broer, die eind december 771 overleed. Daarna lezen we over de strijd van KdG in het noorden (tegen Friezen & Saksen), in het zuidoosten (tegen het Frankische geslacht van de Agilolfingen in Beieren), in het noorden (tegen Denen), in het oosten (tegen Avaren), in het zuiden (tegen Longobarden) en in Noord-Spanje, waar problemen waren met Basken en moslims. Toen Leo III in 795 tot paus gekozen werd, had hij de hulp nodig van KdG. Leo III werd in 799 aangevallen en ontsnapte ternauwernood aan de dood. Met de karolingische hulp zat Leo III iets later steviger op de pauszetel en op 25 december 800 zette de paus de keizerskroon op het hoofd van KdG.

Hfd. 3 Portret van een familievader (p.108-124) beschrijft de huwelijken en de kinderen van KdG. Van zijn eerste affaire met de Frankische Himiltrude (zoon: Pepijn met de Bult †811) en zijn eerste huwelijk met de dochter van de Longobardische koning is weinig bekend. Het huwelijk waar zekerheid over bestaat (772, p.115) is dat met Hildegard (†783), dochter van de Swabische graaf Gerold. In dit twaalfjarig huwelijk kreeg ze negen kinderen (incl. een tweeling) en ze stierf – 25 of 26 jaar jong – waarschijnlijk in het kraambed van haar negende kind: Hildegard, die binnen het jaar stierf. Nog geen vijf maanden na haar dood huwde KdG opnieuw, nu met de 19-jarige Fastrada (†794). Zij kreeg twee dochters. Zijn derde huwelijk met zijn vroegere maîtresse Liutgard (†800) bleef kinderloos. Na haar dood kreeg KdG nog zekere zeven kinderen bij diverse minnaressen. In Einhart's biografie van KdG lezen we dat de keizer écht een familieman was die zijn zonen en dochters graag om zich heen zag. In 812 was er nog slechts één zoon en opvolger over uit het eerste huwelijk van KdG: Lodewijk de Vome. 

Hfd. 4 Sacrum Palatium / het heilige paleis (p.127-171) Het paleis in Aken "is heilig omdat het de zetel is van een authentieke koninklijke en religieuze autoriteit op het gebied van liturgie en orthodoxie" (p.127). In vroeg-middeleeuwse context was er geen scheiding tussen kerk en staat, "vandaar dat politieke bestuur en vormen van religieuze beleving hier onder dezelfde vlag aan bod komen". Na het belang van het oude testament en het bijbelse voetstuk van KdG gaat Bauer in op de godsdienst als maatschappelijke regelgeving en de geestelijkheid als belangrijke maatschappelijke en leidinggevende groep. Daarna aandacht voor het bestuur van het uitgestrekte rijk, de relatie en de communicatie tussen vorst en edelen.

Hfd. 5 Een imperium met een Janusgezicht (p.172-187) waarin duidelijk wordt dat de christelijke religie het bindmiddel is en dat KdG zich zag als een "door God uitverkoren heerser" (p.187). Maar naast deze "imperiale christelijke eenheid" bleef ook de "verscheidenheid van de in het rijk aanwezige volkeren overeind. ... Met uitzondering van de godsdienst werden de lokale wetgeving, gebruiken en instellingen grotendeels gerespecteerd".

 Hfd. 6 .... En toen begon de legende (p.189-203) Het leven van KdG NA zijn dood is ongekend kleurrijk en interessant. Hij werd hét voorbeeld voor heersers & helden en werd zelfs als een heilige gezien. Prachtige verhalen over de geschenkenuitwisseling met de kalief van Bagdad, over zijn reis naar Jeruzalem en Constantinopel.

Hfd. 7 De Karolingische renaissance of de glorie van het boek (p.204-233) KdG heeft gezorgd voor een renovatio, een nieuwe bloei van kennis, kunst & letteren. De auteur gaat vooral in op de handschriften (miniaturen), waarbij een verwijzing in de tekst naar de afbeeldingen helaas ontbreekt (wel geven de onderschriften bij de afbeeldingen soms – incomplete – verwijzingen naar de tekst, maar helaas niet omgekeerd). Hoewel er weinig van de karolingische architectuur bewaard bleef ("magere oogst" p.215), verdiende m.i. de Paltskapel in Aken en het poortgebouw in Lorsch zeker meer aandacht. Temeer daar beide gebouwen in detail mooi de Romeinse inspiratiebronnen laten zien. 

Epiloog: Europae Pater / Vader van Europa (p.234-237) De "politiek van streven naar de uitbouw van een gemeenschappelijk rijk (in casu op basis vooral van het christendom) maar met eerbied voor de eigenheid van de onderscheiden volkeren, heeft de ontwikkeling van de westerse beschaving fundamenteel beïnvloed ..... Deze erfenis samen met zijn zorg voor onderwijs, kennis en cultuur maken van Karel de Grote een van de voornaamste erflaters van het huidige Europa" (p.236).
Aan het einde van het boek nog een korte Engelse samenvatting (p.238-241), noten (p.242-259), bibliografie (p.260-265), een alfabetisch register (p.266-269) en een korte illustratieverantwoording (p.270-271).

Ik heb het boek met plezier gelezen en heb er enkele typisch Vlaamse woorden aan overgehouden, zoals wegdeemsterden (p.42 in verval raakten) en Haroen al-Rachid die van zijn melk was (p.191 van slag was). Auteur heeft een persoonlijke schrijfstijl waarin plaats is voor de godsdienst als glijmiddel "om die buren binnen het rijk de brengen" (p.52) en waarin de auteur meent dat het koffiedik kijken is om de rol van een bepaalde persoon te reconstrueren (p.116). De kleurenafbeeldingen zijn mooi en geven de lezer een goed idee van de rijkdom en verscheidenheid van karolingische handschriften en ivoortjes. Jammer dat er niet meer afbeeldingen van architectuur-details in het boek zijn opgenomen. De kaartjes zijn duidelijk en geven een goed beeld van de uitgestrektheid van het rijk van KdG.

Het is een prachtig uitgegeven boek, waarin KdG, zijn wereld & zijn bestuur van alle kanten worden belicht en waarin Bauer ook andere historici voor het voetlicht brengt en hun ideeën juist onderstreept of kritisch beschouwd.

Kortom, van harte aanbevolen voor iedereen die meer wil weten over Karel de Grote & de 'basis' van Europa.